Nieuwsbericht

‘Wat betekent de keuze dan die ik vandaag maak?’

Verduurzamen begint niet bij organisaties, maar bij mensen, weet Niels van Amstel. Hij werkt bij adviesbureau Megaborn en is al zeker 25 jaar betrokken bij Duurzaam GWW. Dus nog vér voordat we die transitie zo zijn gaan noemen. Ondanks bruikbare tools als het Ambitieweb en daarbinnen de Omgevingswijzer vindt de sector ’t knap lastig om te veranderen, merkt deze senior projectmanager. Welk advies heeft Van Amstel voor de mensen die stappen willen zetten?

Profielfoto van Marco van den Berg
6 april 2023 | 5 minuten lezen

Tijdens het uitgebreide gesprek met Van Amstel komen diverse grote infraprojecten voorbij. Dat kan ook niet anders, met zo’n staat van dienst. Zo werkte hij hiervoor al tien jaar bij Koninklijke Volker Stevin (KVS) en heeft hij zich in dienst van Bouwend Nederland ook jarenlang gebogen over het bouwproces en duurzaamheid.

Van Amstel adviseert graag bij complexe projecten. Hij weet veel over duurzaam inkopen & aanbesteden, moderne contract- en bouworganisatievormen én risicomanagement. Maar de rode draad in al dat werk? ‘Dat is functioneel en integraal denken en ontwerpen met behulp van system engineering’, legt hij uit. Het is samenhang zoeken, patronen ontdekken; mensen en dus organisaties helpen de structuren en processen te begrijpen en daarin stappen te zetten. 

Gebruik instrumenten als de Omgevingswijzer en het Ambitieweb om aan de slag te gaan met Duurzaam GWW, zegt senior projectmanager Niels van Amstel van bureau Megaborn. Een middel als het Ambitieweb werkt heel eenvoudig, zegt van Amstel. "Ga met de collega’s van verschillende afdelingen bij elkaar zitten en vul op een A4’tje in wat je beoogt rondom die twaalf verschillende thema’s. Voor de gemeente, voor de wijken, voor projecten of beheersvelden. Dat geeft al zoveel inzicht en ruimte."

Als een projectleider die twaalf duurzame thema’s uit het Ambitieweb uitschrijft, dan is direct overlap zichtbaar tussen de portefeuilles, zegt Van Amstel.

"Bij een gemeente zit je dan al snel met drie wethouders om tafel om te praten over wat er nodig is. Dat is ook de essentie van integraal denken en werken; niemand is voor álles verantwoordelijk. Bij een project moet je die verschillende onderdelen bij elkaar brengen, technisch en ruimtelijk/sociaal. Je kunt al op basis van een coalitieakkoord de Omgevingswijzer invullen en dan zie je direct: wat betekent dit, waar gaan we heen? Die twaalf duurzaamheidsthema’s zitten verweven door alle projecten."

"Toegegeven; ik zie dit regelmatig mislopen. Dan krijgt iemand binnen een organisatie de speciale taak: Jij gaat circulair inkopen. Maar die zegt meteen: Wat moet ik dan doen? Want daar komt zoveel meer bij kijken. Er ligt al iets dat eruit moet, er moet weer iets in, het moet beheerd worden. Dat is dus meer dan alleen  ‘inkopen’. Dat begint dus met slim assetmanagement. Wat speelt er? Hoe ziet het areaal er nu uit? En hoe over vijftien, dertig, zestig of negentig jaar? En als je langs die lijn kijkt: wat betekent de keuze dan die ik vandaag maak? Terwijl de meeste infraprojecten nu nog zijn gericht op de aanleg of reconstructie, met het idee dat iets een eerste cyclus van twintig jaar mee moet gaan. Maar daarna? Sommige projecten gaan meer dan honderd jaar mee. En wat betekent het voor alle stakeholders?"

Dashboard Monitoring, zoals nu door CROW en Firm of the Future is opgestart, is een goeie stap, vindt Van Amstel.

"Maar je kan al heel simpel beginnen. Breng eens in kaart hoe lang iets meegaat; asfalt, bestrating, groen, riolering, kabels & leidingen. Wat is daar de levenscyclus van en hoe gaan we die op elkaar afstemmen? Riool ligt zestig jaar, een weg twintig jaar, bestrating zit er dertig jaar in, groen dertig jaar. Je ben efficiënt bezig als je nu al in de planning opneemt en communiceert dat die weg er na twintig jaar weer uitgaat en dat dat iets te betekenen heeft voor de partij die de kabels en leidingen beheert. Dat vraagt dus om een integrale benadering; veel nauwer samenwerken en veel beter afstemmen. Wat moet en kan in dit project? Wat moet elders gebeuren? Wie heb je nodig om echt stappen te zetten? Wat is de goede projectafbakening – moet het ruimer of krapper? En dat is waar ik organisaties bij help."

Je hebt mensen nodig die verbinding zoeken, legt hij uit.

"Zoek uit wat er nou echt speelt. Ga het gesprek aan. Een van de grootste hobbels in onze sector is dat de afdeling Groen zogenaamd altijd in onmin leeft met de afdeling Verkeer. Alsof die twee niet met elkaar zouden kunnen praten. Natuurlijk wel. Hanteer gewoon die techniek twee keer twee vragen. Vraag aan de ander: wat vind jij belangrijk? Wat is je beeld daarbij? Het gaat dus niet om de organisatie, maar om de persoon. Wat heb jij nodig? Wat ga jij daar aan doen? Als je die techniek inzet, blijkt er opeens veel meer mogelijk. Omdat je je beter verdiept in wat de ander beoogt met iets. Dan gaat het niet specifiek om die boom, maar om de intentie daarachter. Dat je begrijpt: iemand wil dat project gewoon graag realiseren. Als je van elkaar weet hoe je daar in zit, kan je het overleg en het proces veel soepeler laten verlopen. En ja, het is soms komen tot een compromis maar soms ook tot een win-win-situatie."

Nog even terug naar het invullen van die Omgevingswijzer. Op die manier komen ook als vanzelf de verschillende belangen van stakeholders op tafel, legt Van Amstel uit.

"Bij de overheid bestaat vaak het idee dat stakeholders een proces kunnen stagneren. Terwijl het inzichtelijk maken van belangen en wensen en het respecteren daarvan juist heel veel kansen biedt. Ook rondom duurzaamheid. Ik heb het meegemaakt bij de sloop van een school in een wijk. Die sloop moest volgens de projectleider razendsnel gebeuren. Maar toen ik doorvroeg, bleek er best nog ruimte om te schuiven in de planning en konden we het gebouw op een vriendelijke manier slopen; goed voor de buurt en goed voor het hergebruik van materialen."

Integraal werken begint met het besef dat je áltijd anderen nodig hebt in een proces, stelt Van Amstel.

"Projecten maak je niet alleen, daar heb je anderen voor nodig. Want jij weet maar vijf procent van de werkelijkheid. Van tien procent weet je dat het er is, maar dat jij het niet weet. En van die overige 85 procent weet je dus niets. Dan weet je dat je ook altijd andere mensen nodig hebt om dat hele plaatje in te vullen."

"Daarnaast is het belangrijk om met elkaar visie te ontwikkelen voor hoe infra wordt gebruikt. Wat je aanlegt is niet alleen voor nu, maar ook over dertig, zestig of negentig jaar nog in gebruik. En nee, je kunt niet precies voorspellen hoe het leven er dan uitziet. Maar je moet er wel iets mee, zeker als je de levenscyclus wilt verlengen. Dan denk je bijvoorbeeld aan de toegankelijkheid van een gebied; wie en wat is er nodig om nu en over zestig jaar het gebied voor iedereen bereikbaar en begaanbaar te houden? De Omgevingswijzer helpt je om al die facetten langs te gaan."

Als je daar handigheid in krijgt, zie je kansen, zie je beweging, zegt Van Amstel.

"Je gaat herkennen dat mensen vanuit een bepaald belang redeneren. Ik zet die Omgevingswijzer standaard in bij alle projecten. Als gemeente ben je bijvoorbeeld bezig een wijk toegankelijk te houden doormiddel van je infra, maar bewoners letten op hele andere zaken. Die kijken: hoe zit het met ‘t licht, geluid en veiligheid? Daar komen dus vragen over. Die kun je er aan de voorkant al bij pakken, zodat je een betere afweging kunt maken. Hey, deze weg produceert meer geluid, maar is wel veiliger… Als je gericht in gesprek gaat met buurtbewoners zeggen ze: Liever hadden we helemaal geen verkeer gehad, maar dit is wel de beste oplossing."

"Nogmaals: het is niet ingewikkeld. Pak het lijstje met de twaalf thema’s erbij, bespreek die onderwerpen aan de voorkant van een proces en je hebt bij wijze van spreken de hele inspraak al geregeld. De crux is wel dat je begint bij hun belangen en beelden en zo lopende het gesprek alle thema’s laat passeren. Soms doe ik het met de Omgevingswijzer op tafel, maar vaak juist niet. Dan doe ik het aan de hand van mijn vingers. Alleen lastig dat de Omgevingswijzer twaalf thema’s heeft, maar dat terzijde…"

Bij het invullen van het Ambitieweb is het van groot belang om de fase van brainstormen, oordeelsvorming en besluitvorming uit elkaar te houden.

"Als je dat niet doet, gaat een gesprek al snel alle kanten op, worden ideeën voortijdig afgeschoten, raken mensen gefrustreerd en blijf je bij het eerste of tweede thema al steken. Dat lost niets op. Ik heb binnen gemeenten meegemaakt dat ze er onderling niet uitkwamen; ze kregen dat Ambitieweb maar niet ingevuld. Toen ik de spelregels kort had toegelicht, waren we in drie kwartier klaar."

"Het betekent: goed blijven nadenken wat je aan het doen bent. Even luisteren naar de ander. Ja, je moet een zekere sensitiviteit ontwikkelen en bereid zijn om steeds weer naar de ander terug te gaan: Maar wat vind jij belangrijk? En dan weer doorvragen. Het oordeel wat voor dit project de beste ambities zijn is het sluitstuk van het gesprek. En het kan snel, het hoeft geen uren te duren. Soms moet je wel even lullen om goed te kunnen poetsen."