Een infraproject volledig emissieloos kunnen uitvoeren? Ja dat kan!
‘Natuurlijk kost het moeite, maar dat hoort bij deze fase’
Sil Polman wilde graag antwoord op die vraag. Hij werkt als projectleider Openbare Ruimte bij de gemeente Arnhem en op zijn initiatief ontstond een opvallend pilotproject, waarvan ook andere opdrachtgevers en opdrachtnemers veel kunnen leren. Daarom is het rapport met alle belangrijke bevindingen onderaan dit verhaal toegevoegd. Niet te missen leesvoer!
Goed, eerst het verhaal van Polman zelf. Hij is enthousiast en dat speelt een grote rol. Want snel samengevat zou je kunnen zeggen: waar een wil is, is een weg. Polman moet grinniken om die uitdrukking. Hij vertelt: ‘In 2019 hebben we als gemeente de eerste stap gezet richting emissieloos werken. Bij een herinrichtingsproject vroeg ik een aannemer om kleinere machines in te zetten. Ook zocht ik uit wat er op elektrisch gebied al beschikbaar was. Het aanbod was heel beperkt; een trilplaat, een bandenzaag - die alleen tegels kon zagen – en daar hield het zo’n beetje mee op.’
Groen licht
Ook Arnhem heeft het Schone Lucht Akkoord ondertekend. ‘Dus ik wilde gewoon een écht emissieloos project. Dat ging wel extra geld kosten, maar via een lobby kreeg ik groen licht. Ik vond een geschikt project: de aanleg van een fietsstraat in de Hugo de Grootstraat. Het doel was simpel: ik wilde weten wat er wel en niet kon. Daar is geen draaiboek voor op internet. Geen handleiding. Dus je moet het zelf uitvogelen. Het hoe vond ik niet eens zo belangrijk. Het belangrijkste was: het moet emissieloos.’
Samenspel
Om meer speelruimte te krijgen, werd gekozen voor een pilotproject. ‘Dan hoefden we het werk niet aan te besteden. Ik heb er een aannemer bij gezocht die met ons het avontuur wilde aangaan. Dat was Heijmans, dezelfde als in 2019 bij dat eerste project. Het werd in alles een samenspel. Ik vroeg ook of ze bereid waren om machines te lenen bij de concurrent. Dat was geen probleem.’
Wakkerstamper
De aannemer beschreef eerst wat hij zou gebruiken bij een traditionele uitvoering. Daarna zocht hij uit welke onderdelen al emissieloos beschikbaar waren. Een trilplaat vervangen voor een elektrische lukte vrij eenvoudig. ‘Dat gold ook voor een sleuvenverdichter, zo’n wakkerstamper. Maar daarna werd het lastiger: een mini-graver, een mini-shovel… Moeilijk te vinden. Gelukkig had een onderaannemer net een gloednieuwe mobiele kraan gekocht. Elektrisch. Die konden we goed gebruiken, want op locatie was weinig ruimte. Daar konden we geen 30 tons-rupskraan kwijt.’
Leren
Het gekozen fietsstraatproject bevatte veel voorkomende werkzaamheden, zoals klinkers eruit, asfalt erin. ‘Daar is bewust naar gezocht, zodat we er op alle fronten van konden leren. Er speelde weinig tijdsdruk rondom het project. We mochten uitlopen en ook dat was belangrijk.’
Super enthousiast
Alle benodigde machines en materialen werden met een elektrische vrachtwagen naar de locatie vervoerd. ‘Dat konden we regelen via een transporteur die veel rondom Amsterdam werkte. Hij wilde voor dit project wel naar Arnhem komen. Zo zochten we samen met de aannemer steeds naar mogelijkheden. Wij waren super enthousiast en dat deed ook iets met externe partijen. Dat merkte je gewoon.’
Iedereen werkt samen
Voor het asfalteren ging Polman op zoek naar een elektrische asfaltspreidmachine. ‘BAM en KWS hadden die machine nog niet gereed. We waren net te vroeg. Maar anders was dat ook gelukt. Gewoon door te vragen en te benaderen. Het kan dus wel. Ook konden we een elektrische veegwagen regelen om het wegdek schoon te maken. Die haalde Heijmans bij de concurrent vandaan. Zo werkte iedereen samen om dit voor elkaar te krijgen.’
Bijladen
Tot zover ging het crescendo. Alleen bleek de graafmachine zó nieuw, dat er op locatie eerst nog software-updates nodig waren. De accu liep te snel leeg. ‘Om 14 uur stond de kraan stil. Dat kon natuurlijk niet.’ Uiteindelijk is daar een accupakket bij gezet, voor tussentijds bijladen. ‘We hadden vooraf bouwstroom aangevraagd, maar die doorlooptijd is 30 weken. Dat duurde te lang. Dus we kozen voor een laadpaal en via een versnelde procedure stond die er binnen 13 weken. Maar daarmee konden we uiteindelijk alleen voertuigen opladen, omdat de leverancier nog niet bekend was met machines en apparaten. Ja, ook weer zo’n hobbel…’
Laadhub
Na enig zoeken werd in de omgeving een laadhub gevonden. ‘Die stond bij de haven en was twee jaar daarvoor aangelegd voor een windmolenpark. We konden de hub ombouwen zodat we deze konden gebruiken voor het laden.. Dat ging niet vanzelf, want je moet ook rekening houden met allerlei verschillende stekkers. Maar het lukte.’
Onderwerp
Achter de graafmachine kon een aanhangwagen met daarop het accupakket voor de kraan en nog een aantal machines. Het was vanaf de werklocatie tien minuten rijden naar de laadhub. ‘Dus dat deed men na elke werkdag. De volgende ochtend werd alles weer opgehaald en kon het werk verder. Maar we wisten wel direct: het laden is een onderwerp, als je emissieloos gaat werken.’
Goed resultaat
Lang verhaal kort: het project was op tijd klaar en met goed resultaat. ‘Natuurlijk kost het moeite, maar dat hoort bij deze fase. We staan aan het begin van een tijdperk. Hoe meer van dit soort machines beschikbaar komen, hoe makkelijker en goedkoper het wordt.’
Klik op de afbeelding voor een grotere infographic
Tip
Polman heeft een belangrijke tip voor andere gemeenten. ‘Bereid je nu al voor op die nieuwe manier van werken. Zorg ervoor dat je op de gemeentewerf een eerste laadhub realiseert. Dan kun je straks bij de aanbesteding ook duidelijk maken: dit is de plek om te laden, zoveel stroom per dag, binnen die en die tijd. Een opdrachtgever moet dat faciliteren, dat kan je niet van een aannemer vragen.’
Start met pilot
Een overzichtelijk stappenplan zou meer gemeenten kunnen verleiden om op deze manier emissieloos te werken, denkt Polman. ‘En begin dan met een pilotproject. Een overzichtelijk infraproject van rond de 500.000 euro. Je moet het niet meteen op de moeilijke manier doen via een aanbesteding, dat komt later nog wel. Er gewoon mee aan de slag gaan is heel belangrijk.’
SpUk SLA
Klein beginnen – een paar onderdelen vervangen voor emissieloos - helpt ook om de kosten nog wat te drukken, zegt Polman. ‘We wisten dat de elektrische machines duurder waren, maar daar hadden we een rijkssubsidie voor aangevraagd via SpUk SLA; de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord. Daarmee kregen we 50 procent van de extra kosten gedekt. Dus ja, ook dat hielp.’
Anders kijken
Toch waren niet alle ingezette apparaten emissieloos. ‘De asfaltmachine niet en ook de wals niet. Maar er is wel gevraagd om alleen HVO 100 als brandstof te gebruiken. Biodiesel. Zo hebben we de CO2-uitstoot wel kunnen verminderen. Je leert ook anders kijken. Een asfaltmachine is sterk vervuilend, maar die gebruik je maar een paar dagen. Heel anders dan een mobiele kraan; die draait tien weken lang, acht uur per dag. Als dat elektrisch kan, heb je al veel gewonnen.’
Het kan gewoon
Polman heeft ook de routekaart van Schoon en Emissieloos Bouwen erbij gepakt om te kijken hoe dit project scoorde. ‘Wij kwamen uit op de datum 1 januari 2028. Op een paar machines na hadden we dus ook al aan de reductiedoelstelling van 2030 voldaan. Qua schone lucht haalden we die doelstellingen sowieso. Met andere woorden: het kan gewoon. Natuurlijk zijn er altijd beren op de weg, maar wij kwamen nog gemotiveerder uit het project. En dat gold ook voor de aannemer. Iedereen heeft ervan geleerd. Je weet nu alleen al wat er nodig is om alle machines te kunnen laden en hoe je dat als gemeente het beste inricht. Ja, dit smaakt zéker naar meer.’
Lees het volledige rapport met bevindingen