Print blogartikel
Blog inspiratie
‘We moeten het gaandeweg leren, uitzoeken en ervaren’
INTERVIEW - Duurzaam samenwerken gaat niet vanzelf - daar is ambitie en lef voor nodig, volgens programmamanager Jantie van der Laan van Circulair Friesland. Maar het doel is helder: een van de meest circulaire regio’s van Europa worden.
26 november 2024 | 4 minuten lezen
In Friesland houden ze van aanpakken en samenwerken. Ja, óók als het gaat om duurzaamheid. Zo ondertekende Circulair Friesland eerder dit jaar als netwerkorganisatie het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Een belangrijke stap om uiteindelijk de Friese gemeenten mee te krijgen, vertelt programmamanager Jantie van der Laan. Vanuit Vereniging Circulair Friesland werken overheden, bedrijven en onderwijs samen aan thema’s als vermindering van uitstoot en stimuleren van hergebruik. Zoiets gaat niet vanzelf - daar is ambitie en lef voor nodig, weet Van der Laan. Ook dat zit wel goed, want wat blijkt: Friesland wil een van de meest circulaire regio’s van Europa worden.
Regionale samenwerking
Kort samengevat zou je kunnen stellen dat de Friezen graag de daad bij het woord voegen. Of zoals Van der Laan het zegt: ‘We willen dat duurzame toekomstbeeld niet alleen schetsen, maar ook waarmaken.’ Binnen Circulair Friesland verzorgt zij de relatie met de overheden. Het is steeds weer zoeken naar verbinding en kijken hoe je samen stappen kunt zetten, legt ze uit. ‘Alle partijen staan voor dezelfde uitdagingen. Van bedrijfsleven tot aan provincie, waterschap en gemeenten; iedereen herkent die opeenstapeling van transities en opgaven. Voor gemeenten met relatief beperkte capaciteit zijn dat stevige uitdagingen. Dus zonder regionale samenwerking gaat dat niet lukken.’
In dat opzicht heeft Friesland wel een groot voordeel met een eigen taal en cultuur. Daardoor is al sprake van een sterkere samenhang, merkt ze. ‘Ook voor ons is het niet eenvoudig om zaken gedaan te krijgen, maar die verbinding helpt natuurlijk enorm om samen op te trekken.’
Convenant SEB
Vlak voor de zomer ondertekende Circulair Friesland het convenant Schoon en Emissieloos Bouwen. Wat overigens niet betekent dat de Friese gemeenten ook automatisch meedoen. ‘Dat wordt de uitdaging voor de komende tijd,’ legt Van der Laan uit. ‘Waterschappen en provincies hebben via hun koepelorganisaties getekend, maar voor gemeenten werkt dat anders. Het VNG heeft het aan iedere gemeente zelf overgelaten.’ De gemeente Waadhoeke heeft als eerste gemeente in Friesland ook het convenant ondertekend, vertelt ze.
Vanuit Circulair Friesland wil ze met goede informatie en inspirerende voorbeelden partijen meekrijgen in die ontwikkeling. De nadruk ligt vooral op het leggen van verbindingen tussen overheden en bedrijfsleven. ‘Met een gezamenlijke aanpak kunnen we meer bereiken en die markt ook echt overtuigen dat we hier allemaal achter staan.’
Het SEB-convenant is behoorlijk taaie kost, weet Van der Laan. ‘Juridisch gezien klopt het tot op de puntkomma, maar het blijft lastig om onze leden te overtuigen als het document niet praktisch aansluit bij hun behoefte.’ Anders gezegd: de juridische formulering is een obstakel. ‘Het is niet heel toegankelijk opgeschreven. Als je als ambtenaar vijftig stukken moet verwerken, dan zit je hier niet echt op te wachten. Tenzij er een sterke intrinsieke motivatie is en die voorbeelden kennen we gelukkig ook. Maar toch…’ Vanuit Circulair Friesland werkt ze aan een korte samenvatting van het document, zodat in twee pagina’s duidelijk wordt wat het convenant vraagt en oplevert. ‘Ook daarin proberen we als netwerkorganisatie een brug te slaan’, legt ze uit.
Krachtige compacte regio
Friesland telt relatief veel kleinere gemeenten en dat heeft ook voordelen, vertelt Van der Laan. ‘Leeuwarden is de grootste gemeente en de rest is kleinschaliger. Maar daardoor kennen we elkaar wel en werken we op veel terreinen intensief samen. Dat willen we, dat doen we en dat móeten we ook. Door als 18 gemeenten samen op te trekken, kunnen we de markt de nodige stevigheid en zekerheid bieden om ergens in te investeren.’ Want ook dat is onderdeel van de visie, legt ze uit. ‘We zijn een krachtige, compacte regio. En we weten inmiddels: als we als opdrachtgevers een gezamenlijke uitvraag doen, voelt de markt zich veel meer ondersteund en uitgedaagd. Dus dan kunnen marktpartijen eerder mee in die omslag naar duurzaam bouwen. Dat vertrouwen komt van twee kanten.’
Een van de leden die al wat vooruitloopt op duurzaamheidsgebied is de gemeente Waadhoeke. ‘Zij hebben inmiddels zelf de handschoen opgepakt en het SEB-convenant ondertekend, zonder dat alles al precies was uitgekristalliseerd. Zoiets vraagt moed en dat inspireert ook anderen, merken we.’ Het is waardevol pionierswerk voor de regio. ‘Het helpt ons als netwerk als we voorbeelden kunnen laten zien van organisaties die al stappen in de praktijk zetten. Dat brengt hopelijk ook andere leden in de verleiding om die weg op te gaan.’
Bijeenkomsten
Circulair Friesland organiseert regelmatig bijeenkomsten om gemeenten en marktpartijen samen te brengen. Maar ook wel bijeenkomsten specifiek voor Friese overheden. ‘Daar willen we vooral ook leren van elkaar, dus er is veel ruimte om te vertellen over de eigen aanpak en situatie.’
Kleinere gemeenten kampen dikwijls met een beperkte capaciteit, waardoor een ambtenaar vaak voor meerdere opgaven aan de lat staat. Daarom is het waardevol dat grotere gemeenten al wat vooroplopen en de weg kunnen wijzen, merkt Van der Laan. ‘Dat maakt het voor kleinere organisaties makkelijker om op termijn ook zelf in te stappen. Overigens zeg ik daar vaak bij: wacht niet totdat je alles helemaal tot in de puntjes hebt geregeld. Want die tijd hebben we niet, willen we onze doelstellingen halen. We moeten het ook gaandeweg leren, uitzoeken en ervaren.’
Meest circulaire regio in Europa
Volgend jaar bestaat Circulair Friesland tien jaar. ‘We hebben de ambitie uitgesproken om een van de meest circulaire regio’s in Europa te zijn. Niet om het beste jongetje van de klas te zijn, maar om te laten zien hoe we hier werken. Om kennis te delen en handelingsperspectief te geven hoe zelf ook versnelling te geven aan de transitie.’
Die koploper zijn ze door samenwerking in de hele keten, kennisdeling en het verspreiden van praktijkvoorbeelden die navolging verdienen, legt ze uit. ‘Voor de duidelijkheid: ook bij ons vraagt het proces veel inzet. Het is zeker geen succesverhaal zonder uitdagingen, maar we kunnen leunen op de sterke samenhang in Friesland. Die is er immers ook tussen overheden, ondernemers en onderwijs. Dankzij die onderlinge verbinding kunnen we steeds meer stappen zetten richting een duurzame toekomst. Dus dat is ook mijn advies aan andere regio’s: investeer in die samenhang en het netwerk.’