Blog inspiratie

‘Niet terugdeinzen, maar doorpakken’

INTERVIEW - Zoveel mogelijk opdrachtgevers enthousiasmeren in de keuze voor Warm Mix Asfalt (WMA). Dat is de missie van adviseur duurzame infrastructuur Thessa Luyendijk. Want dat is nog geen gelopen race, merkt ze.
Profielfoto van Redactie CROW
7 november 2024 | 6 minuten lezen

Thessa Luijendijk, ook wel de 'Asfaltkoningin' genoemd, werkt bij de Provincie Zuid-Holland als adviseur duurzame infrastructuur. Ze is een van de jongste experts in haar vakgebied, maar heeft al een schat aan ervaring. Haar missie van dit moment? Zoveel mogelijk opdrachtgevers enthousiasmeren in de keuze voor Warm Mix Asfalt (WMA). Want dat is nog geen gelopen race, merkt ze. En ja, alleen samen kunnen we die infrastructuur écht verduurzamen, weet Thessa. ‘Dus nu niet terugdeinzen, maar doorpakken.’

Eerst even over die titel; Asfaltkoningin. ‘Die hoor ik wel vaker,’ vertelt ze lachend. ‘Maar ik ben 26 jaar en er zijn mannen en vrouwen in deze sector met veel meer ervaring. Misschien past Asfaltprinses wat dat betreft beter.’ Toch heeft ze die bijnaam niet voor niets. Vanwege haar rol bij de provincie en haar deelname aan de CROW-werkgroep voor de WMA-richtlijn kan ze echt impact maken in de transitie naar duurzame wegenbouw. In die mannenwereld geeft ze als jonge vrouw ook nog eens een gezicht aan die vernieuwing. Zoiets valt toch op, dat begrijpt ze zelf ook.  

Al jong wist ze dat ze ‘iets’ met wegenbouw wilde doen. Thessa komt uit Oudenhoorn en groeide op in het Zuid-Hollandse polderlandschap. ‘Ik kom van het platteland en was de eerste in de familie die ging studeren. Dat was best een mijlpaal,’ vertelt ze. ‘Mijn vader doet aan tractor pulling en is teamcaptain. Ik ging vaak mee naar evenementen en raakte als meisje al vertrouwd met een mannenwereld vol techniek en grote machines. Dat kreeg ik dus al vanuit huis mee.’

Die voorliefde voor wegenbouw ontwikkelde zich pas echt na een stage. Let wel: ze was toen pas twaalf jaar. ‘Op de middelbare school moest ik een snuffelstage lopen. Een teamlid van mijn vader werkte bij een aannemer en nam mij voor een week mee naar een project bij de A4. Elke dag zag ik weer wat anders - van het meten van de dikte van onderwaterbeton tot het insmeren van de rubbers tussen twee duikerelementen in.’ Ondanks haar leeftijd mocht ze ook mee met de asfalteerploeg: ‘Die indrukwekkende machines, de geur van asfalt; het voelde meteen als thuiskomen. Ik wist gewoon: Dit is het. Zonder twijfel.’

Van mengsel tot gebruik

Een paar jaar later koos ze voor een studie civiele techniek aan het HBO in Utrecht. Tijdens de opleiding werkte ze al deels bij een ingenieursbureau. Daar leerde ze veel over asfalt en besloot ze zich in dit vakgebied te specialiseren. ‘Ik begon in de kwaliteitsdienst en werd tegelijkertijd opgeleid tot wegenbouwkundig laborant. Daardoor leerde ik hoe asfalt echt werkt - dus van ontwerp tot aanleg.’

Na haar studie heeft ze nog twee jaar bij het ingenieursbureau gewerkt en daarna ging ze bij een aannemer aan de slag. Daar werkte ze verder aan de ontwikkeling en kwaliteitsverbetering van asfalt. ‘Ik heb de kwaliteitsdienst vanuit beide kanten gezien. Bij de aannemer controleerde ik niet meer de kwaliteit voor de opdrachtgever, maar zorgde ik ervoor dat de kwaliteit van het asfalt structureel verbeterde.’

Voelen en ervaren

Thessa heeft ervaren dat er in de wegenbouw een verschil is tussen theorie en praktijk. ‘Misschien niet altijd, maar wel regelmatig. Om echt te begrijpen hoe het werkt, moet je buiten gaan staan en met je eigen ogen zien wat er speelt – van de werkdruk door tijdsplanning tot de unieke omstandigheden van ieder werkterrein.’

Doordat ze zelf meewerkte in het asfaltproces, kan ze goed meepraten en meedenken met de bouwers. ‘Als het erop neerkomt, heb ik in het laboratorium en van de buitendienst meer geleerd dan vanuit de boeken.’ Die ervaring helpt haar om beslissingen en inzichten goed te toetsen aan wat er in het veld gebeurt, vertelt ze.

Toch merkte ze dat de commerciële druk in de sector niet altijd bij haar idealen paste. Ze wilde asfalt ontwikkelen en verbeteren, maar dan vanuit een maatschappelijk oogpunt. ‘Bij een aannemer draait het vaak om de winst en dat wringt soms. Toen de functie van adviseur duurzame infrastructuur bij de provincie vrijkwam, voelde dat als een kans. In deze rol kan ik nog meer maatschappelijke impact maken.’

In haar rol bij de Provincie Zuid-Holland is Thessa betrokken bij de overgang van heet naar warm asfalt (HMA naar WMA). Het is een belangrijke stap in de verduurzaming van infrastructuur. Warm Mix Asfalt wordt op lagere temperaturen geproduceerd, wat zorgt voor minder CO2-uitstoot en een duurzamer productieproces. ‘Onze wegen zijn verantwoordelijk voor zo’n 75 procent van de totale CO2-uitstoot binnen de gehele infrastructuur van de provincie Zuid-Holland. Dus daar is echt een wereld te winnen.’

Weersomstandigheden

De overgang naar WMA brengt zowel technische als culturele veranderingen met zich mee. ‘Het vraagt om anders denken en meer aandacht voor details, zoals weersomstandigheden die nog kritischer zijn bij het aanleggen van WMA.’ Ze heeft veel contact met aannemers en andere opdrachtgevers om deze overstap in de praktijk te begeleiden. ‘Er zijn opdrachtgevers die al heel ver zijn, maar anderen bevinden zich nog in een oriëntatiefase. Die kennis is soms beperkt en daardoor is er ook een zekere voorzichtigheid.’

Opdrachtgevers die nu nog twijfelen over het gebruik van WMA, kunnen we wellicht overhalen met goede praktijkvoorbeelden, zegt Thessa. ‘Dat mogen ook showcases zijn die niet altijd succesvol waren, maar wel laten zien wat we hebben geleerd om WMA nu betrouwbaar te maken. Tijdens mijn periode bij de aannemer heb ik zelf gezien hoe goed WMA werkt en dat het absoluut niet minder betrouwbaar hoeft te zijn dan HMA. Het belangrijkste is dat we het eerlijke verhaal blijven vertellen.’

Er is uitgerekend dat de aanlegprijs van WMA de komende jaren wellicht tot 5 procent hoger zal uitpakken, weet Thessa. Maar als alle partijen meegaan, hoeft WMA uiteindelijk niet duurder te zijn dan heet asfalt, verwacht ze. ‘Alles wijst daarop. Maar ik vind dat het kostenverhaal sowieso niet de belangrijkste rol mag spelen. Vooral als je ziet hoeveel milieuwinst we boeken door over te stappen.’

Thessa gelooft sterk in het verbinden van theorie en praktijk. ‘Ik voel me verplicht om mensen te laten zien hoe de wegenbouw echt werkt en wat er nodig is voor de ontwikkeling, aanleg en het onderhouden van een goede, duurzame weg.’ Daarom neemt zij haar collega’s graag mee naar de bouwplaats en brengt ze hen in contact met wegenbouwers en onderzoekers. ‘Vanmiddag komt TNO bijvoorbeeld een verhaal vertellen op het provinciehuis. Ook op die manier hoop ik collega’s mee te nemen in alle ontwikkelingen.’ Ze benadrukt nogmaals het belang van samenwerking en kennisdeling tussen alle betrokkenen in de sector. ‘Het zit ‘m niet vast op een bepaalde partij: ik ben ervan overtuigd dat we iedereen nodig hebben om van deze transitie een succes te maken.’

Verantwoordelijkheden combineren

Toch ziet ze dat de grootste uitdaging bij kleinere gemeenten ligt. ‘We hebben in Nederland 342 gemeenten. Daar werken vaak wegbeheerders die meerdere verantwoordelijkheden moeten combineren. Dat de verduurzaming van asfalt daardoor niet altijd bovenaan staat, begrijp ik ook wel. Het vraagt gewoon meer tijd en inzet om iedereen mee te krijgen.’ Daarom pleit ze voor een gezamenlijke visie: ‘Als we dit goed doen, zal het een boost geven aan de hele sector. Niet alleen voor de transitie naar WMA, maar ook voor toekomstige innovaties.’

Dat geloof is belangrijk, want ze merkt dat er binnen de sector toch enige terughoudendheid bestaat rondom WMA. ‘Er is in 2022 heel stellig gezegd dat er vanaf 2025 geen heet asfalt meer geleverd zou worden. Maar naarmate die datum dichterbij komt, merk ik dat aannemers en producenten toch beginnen te aarzelen.’ Voor Thessa is het klip en klaar: de overgang naar WMA is een goede stap richting een klimaatneutrale en circulaire infrastructuur. ‘Als we dit nu niet goed aanpakken, kan dat de toekomstige transities belemmeren. Met een succesvolle transitie van HMA naar WMA kunnen we echt een toonbeeld van succes neerzetten.’

Vakkennis en geloof

Binnen de bouwsector zoekt ze heel bewust de samenwerking op met veteranen en jongeren. Ze ziet dat de nieuwe generatie vaak bewuster is van de klimaatuitdagingen, maar merkt ook dat kennis van het vak onmisbaar is. Thessa zoekt medestanders die zich willen inzetten voor een duurzamere toekomst, vertelt ze. ‘Naast de vakkennis is het geloof in verandering heel belangrijk. En je hebt beide nodig om vooruitgang te boeken.’

Toch nog even terug naar haar jeugd. Dat een klein meisje al liefde ontwikkelt voor asfalt en wegenbouw hoor je maar zelden. Dat beseft ze zelf ook. Haar verhaal werkt inspirerend en waar nodig pakt ze de ambassadeursrol ook op. Zo spreekt ze regelmatig vakgenoten en studenten toe om hen te informeren, te inspireren én enthousiasmeren over de wegenbouw.

Inderdaad: de ‘Asfaltkoningin’ die een lans breekt voor de verduurzaming van de sector. Ze moet er zelf een beetje om grinniken. ‘Het is niet altijd comfortabel om in de spotlight te staan, maar ik zie de waarde ervan. Ik hoop dat ik meer mensen kan bereiken en inspireren om bij te dragen aan een duurzame infrastructuur.’

Uiteindelijk hebben we een sector nodig die niet alleen let op kosten en efficiëntie, maar ook op duurzaamheid en innovatie. Of zoals ze zelf zegt: ‘Ik ben jong, maar ik heb ook al behoorlijk wat ervaring. En ik geloof erin dat wij met de juiste samenwerking en visie echt stappen kunnen zetten naar een groenere en betere wereld.’