Blog inspiratie

‘Het doorbreken van vrijblijvendheid is cruciaal’

INTERVIEW - Als eerste provincie in Nederland stelde Groningen eind 2023 een ‘vliegende keep’ aan die gemeenten ondersteunt bij de verduurzaming van infraprojecten. Een mooi initiatief, waar Narsing Lakhi enthousiast mee aan de slag ging.
Profielfoto van Redactie CROW
17 oktober 2024 | 4 minuten lezen

Als duurzaamheidsexpert en projectleider in de waterbouw is hij geen onbekende in dit veld. Maar hoe is het eerste jaar verlopen? Wat leren we van zijn ervaringen? Lakhi werkt bij het Bureau Schmidt, waar hij zich richt op onderwerpen als circulaire economie en klimaatadaptatie. Vanuit die expertise is hij vorig jaar naar de provincie Groningen gehaald. In de afgelopen maanden maakte hij kennis met zo’n tien Groningse gemeenten. De ambitie van de provincie is klip en klaar, vertelt Lakhi: ‘Duurzaamheid moet hoger op de agenda. Niet alleen op papier, maar ook in de uitvoering. Daarom wil de provincie gemeenten actief ondersteunen om stappen te zetten richting circulaire oplossingen.’ 

Drie kerntaken voor vliegende keep 

Hij vervolgt: ‘Toen ik in november 2023 begon, kreeg ik drie kerntaken mee. Ten eerste moest ik een brug slaan tussen het provinciaal beleid en de ingenieursbureaus. Ten tweede zou ik als vliegende keep de verbinding maken met gemeenten. En ten derde werd mij gevraagd om de nieuwste innovaties in de grond-, weg- en waterbouw bij te houden, zodat ik die kennis verder kon verspreiden.’ 

Een volle agenda dus. De eerste maanden stonden vooral in het teken van kennismaking en inventarisatie, vertelt Lakhi. ‘Ik heb met bijna alle gemeenten in Groningen gesproken en ik merkte dat iedereen op een eigen manier bezig was met verduurzaming. De ene gemeente was verder dan de andere, maar overal was er wel een vorm van bewustzijn.’ Toch miste er vaak een beleidsmatige aanpak, zag hij. ‘De keuze voor hergebruik was vaak praktisch; veel gemeenten doen het als het kan, maar niet omdat het beleidsmatig is vastgelegd.’ 

Gemeenten worstelen met budgetten 

De wil is er vaak wel, maar het ontbreekt aan middelen en richtlijnen om duurzaam beleid structureel door te voeren. Veel gemeenten werken op ad-hoc basis aan verduurzaming, maar worstelen met budgetten en de extra inspanning die duurzaamheid vaak vraagt, legt Lakhi uit. ‘Duurzaam werken kost nu nog extra geld en capaciteit, wat voor veel gemeenten een drempel vormt.’ 

In de afgelopen maanden heeft hij in gesprekken en tijdens bijeenkomsten veelvuldig verwezen naar alle handvatten en tools die gemeenten kunnen helpen bij het verduurzamen. Denk bijvoorbeeld aan het toepassen van MKI-waardes (Milieu Kosten Indicator), waarmee de milieubelasting van projecten wordt gemeten. Maar ook het adviseren over tools als het Ambitieweb en het delen van kennisontwikkelingen binnen de GWW-sector.  

Juiste koers bepalen is lastig  

Het zijn stuk voor stuk handige hulpmiddelen bij het maken van duurzame keuzes, weet Lakhi. Maar de praktijk is weerbarstig. ‘Veel gemeenten willen graag verduurzamen, maar vinden het lastig om de juiste koers te bepalen. Daarnaast merk ik dat ze soms te weinig beseffen dat de provincie kan helpen, maar ook dat regionale samenwerking kan bijdragen in oplossingen. Die mentaliteitsverandering kost tijd.’ 

‘Gemeenten hebben vaak te maken met beperkte capaciteit en budgetten. Ze willen wel verduurzamen, maar lopen vast op de vraag hoe ze dat financieel moeten doen.’

Inmiddels lopen er verschillende initiatieven om die ondersteuning concreter te maken. Zo onderzoekt Platform WOW hoe gemeenten eenvoudiger betrokken kunnen raken bij verduurzamingstrajecten, legt hij uit. Ook de financiën zorgen voor uitdagingen, merkte Lakhi. ‘Gemeenten hebben vaak te maken met beperkte capaciteit en budgetten. Ze willen wel verduurzamen, maar lopen vast op de vraag hoe ze dat financieel moeten doen.’ Tegelijkertijd constateerde hij dat geen enkele gemeente in Groningen het Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen heeft ondertekend. ‘Best opmerkelijk, omdat het juist een mogelijkheid biedt om subsidie te krijgen voor meerkosten bij het gebruik van emissieloos bouwmateriaal.’ 

Ook regionale cultuur speelt mee 

Bij een buurprovincie als Friesland gaat dat heel anders, merkte Lakhi. ‘Via het initiatief Circulair Friesland werd daar het convenant namens alle gemeenten ondertekend.’ Groningen lijkt op dit vlak nog een inhaalslag te moeten maken. Soms speelt de cultuur in een regio ook mee. ‘Het is gevaarlijk om te generaliseren, maar je merkt bijvoorbeeld dat oostelijke gemeenten soms wat behoudender kunnen staan tegenover innovatieve, duurzame oplossingen.’ 

Het doorbreken van vrijblijvendheid is cruciaal, ontdekte Lakhi. ‘Gemeenten doen wat ze kunnen, maar het mag niet te veel kosten en te veel inspanning vragen. Soms best begrijpelijk, maar ik leg dan wel uit dat dit op langere termijn voor problemen gaat zorgen.’ Duurzaamheid moet structureel worden ingebed, met duidelijke richtlijnen vanuit de provincie of zelfs de landelijke overheid, vindt Lakhi. ‘Ik zit ook in een werkgroep van CROW om binnen de RAW-standaard MKI-eisen verplicht te stellen voor gebruik van beton, asfalt en staal. Dat is zo’n voorbeeld waarvan je zegt: straks volgt iedereen dezelfde richtlijnen en hoeven we hier geen discussie over te volgen.’ 

Ontstaan van bredere beweging 

Ondanks alle uitdagingen ziet Lakhi zeker ook kansen. Zoals de samenwerking met andere grote partijen. Door bijvoorbeeld samen op te trekken met de gemeente Groningen, Waterschap Noorderzijlvest, Groningen Seaport en kennisinstituten als Building en Circulair Groningen ontstaat een bredere beweging richting circulariteit, vertelt hij. 

Lakhi: ‘Op dit moment onderzoeken we samen met deze organisaties wat er nodig is om circulair te werken’, vertelt Lakhi. ‘We willen samen in kaart brengen welke materialen geschikt zijn voor circulair gebruik en hoe circulariteit kan worden opgenomen in contracten.’ Maar daar blijft het niet bij: ‘Ook kijken we naar de inzet van materialenhubs. Dat zijn locaties waar je de vrijgekomen materialen uit infraprojecten tijdelijk opslaat voor hergebruik in nieuwe projecten. Het idee is dat als gemeente X materialen over heeft, gemeente Y deze kan hergebruiken.’ 

De provincie Groningen richt de blik ook naar binnen, in de eigen organisatie. ‘We zijn bezig om onze processen te verduurzamen en daar komt veel bij kijken. We willen het goede voorbeeld geven en ervoor zorgen dat duurzaamheid in elk project wordt meegenomen. Dus van ontwerp tot uitvoering.’ Zo wordt eveneens bekeken of duurzaamheid veel vaker een criterium kan zijn bij het aanvragen van subsidie. Vanuit het idee: we kunnen niet langer om duurzaamheid heen, vertelt Lakhi.  

Actief informeren en sessies organiseren  

Hoewel zijn rol als vliegende keep ‘iets anders is geworden’, blijft hij enthousiast. ‘De eerste maanden dacht ik dat gemeenten mij zouden bestoken met vragen over verduurzaming, maar dat gebeurde niet. Nu ben ik vooral bezig met actief informeren, kennis delen en sessies organiseren waarin we samen naar oplossingen zoeken. In die richting liggen veel kansen.’ 

Onlangs is zijn opdracht met drie jaar verlengd. In die periode wil Lakhi blijven bouwen aan wat hij inmiddels heeft opgezet. ‘Wat ik al zei: het is mijn taak om die vrijblijvendheid eraf te halen. Door duidelijke regels, richtlijnen en financiële prikkels kunnen we verduurzaming echt een impuls geven. En daar zet ik mij graag voor in.’ 

Eén van zijn nieuwe initiatieven is een regionale ‘innovatie-infradag’ op 31 oktober, in samenwerking met Bouwend Nederland en de provincie Drenthe. ‘We hebben een inspirerende dag voorbereid met veel sessies en workshops over de laatste stand van zaken.’ Want de sector zit volop in transitie, merkt Lakhi. ‘Je moet geduld hebben en blijven investeren in relaties en samenwerking. Verandering kost tijd, maar met de juiste ondersteuning en de wil om samen te werken, kunnen we echt iets bereiken. Ik zie het vooral als mijn taak om gemeenten te motiveren verdere stappen te zetten.’